Onderhandelaarsakkoord cao-mbo

geplaatst in: Geen categorie | 0

De FvOv heeft, samen met de andere onderwijsvakbonden, een onderhandelaarsakkoord gesloten met de MBO Raad over een cao-mbo met een korte looptijd van 15 mei 2021 tot 1 december 2021. De FvOv legt dit akkoord met een positief advies aan haar leden voor.

Dan maar een kortlopende cao
Cao-partijen zijn sinds de vorige cao druk bezig geweest om te komen tot afspraken die recht doen aan de gemaakte procesafspraak om meer carrièremogelijkheden te creëren voor docenten in het mbo.

FvOv-onderhandelaar Gijs Jacobse zegt daarover: ‘Voor ons waren, zijn en blijven daarbij de uitgangspunten dat wat we nu de LC-functie noemen de spilfunctie moet zijn en dat ook mensen die goed lesgeven daarin kunnen komen zonder daarvoor ‘uit de klas’ te moeten. We hebben moeten constateren dat het (nog) niet gelukt is om daarover met de MBO Raad acceptabele afspraken te maken’.

Sociale partners gaan nu onderzoeken of de afspraken rond de salarismix, die voor de Randstad gelden, ook voor de rest van Nederland kunnen gaan gelden. Dat zou opleveren dat het aandeel LC-functies in de sector in 5 jaar groeit naar 60% (thans 45,7%). Daarvoor is echter medewerking (ook financieel) van OCW nodig, mede omdat dat ministerie over de Randstadregeling gaat.

Gijs Jacobse: ‘Onze inschatting was dat het proces om tot afspraken over betere carrièreperspectieven te komen dus nog wel even kon duren. Als we nu geen tussenstap zouden maken in de vorm van een kortlopende cao, dan zou dat door ons ongewenste gevolgen hebben:

  1. er zou langere tijd een cao-loos tijdperk optreden
  2. het doorgeven van de financiële arbeidsvoorwaardenruimte in de vorm van een loonstijging zou verder in de tijd komen te liggen, terwijl we die, hoe beperkt die dit keer ook is, zo snel mogelijk willen doen toekomen aan onze leden
  3. gedurende het traject zou de downgrading, de groei van de LB-functies ten koste van de LC-functies en hogere onderwijsschalen, kunnen voortgaan en wellicht versneld gaan worden, gelet op de grote uitstroom uit LC vanwege pensionering.

Daarom hebben we ervoor gekozen te komen tot een cao met een korte looptijd die vooral bestaat uit twee zaken: het doorgeven van het loon en het stoppen van de downgrading’.

Loonontwikkeling
In het mbo is het al jaren goed gebruik dat de totale arbeidsvoorwaardenruimte (referentieruimte) die van het ministerie komt, wordt besteed aan arbeidsvoorwaarden: loon, pensioenpremie en premies voor sociale lasten. Specialisten van bonden en de MBO Raad berekenden de ruimte voor de betreffende onderdelen. De referentieruimte volgt de ontwikkeling in de marktsector. De loonontwikkeling in de marktsector was (mede als gevolg van corona) beperkt en dat werkt nu door in de referentieruimte. Daarnaast moet een fors deel naar de stijging van de pensioenpremie (0,5%). De uitkomst van de berekening geeft aan dat de brutolonen met 1,6% kunnen stijgen. Per 1-7-2021 stijgt daarom het brutoloon structureel met 1,6%. Wie op 1 juli 2021 in dienst is, krijgt daar bovenop nog een incidentele uitkering van € 500,- bruto. Dat laatste is, zoals gebruikelijk, naar rato van de betrekkingsomvang.

Stoppen downgrading
Omdat de FvOv streeft naar meer docenten in hogere functies was het voor ons heel belangrijk dat er, nu het gesprek daarover langer gaat duren, geen verdere downgrading zou plaatsvinden. Voor het eerst wordt er nu in ieder geval een bodem gelegd in de salarismix. Van daaruit kunnen we de weg omhoog nu verder gaan bespreken. Dat is voor de FvOv een belangrijke reden om dit akkoord nu te sluiten.

Procesafspraken
De procesafspraken uit de vorige cao-mbo worden verlengd. Daaraan wordt toegevoegd dat partijen gaan kijken naar gevolgen van het thuiswerken en naar de gevolgen van leven-lang ontwikkelen.

Zoals gezegd, de FvOv legt het akkoord met een positief advies aan haar leden voor.