Lerarentekort blijft stijgen, maar steeds meer mensen willen werken in het basisonderwijs
De instroom van nieuwe studenten op de pabo is de afgelopen jaren explosief gegroeid. Kozen in 2016 nog zo’n 4.220 studenten voor deze opleiding, in 2020 is dit aantal gestegen tot ongeveer 6.850 studenten, een toename van ruim 62 procent. ‘Alternatieve’ routes naar het leraarschap winnen aan populariteit: het aantal studenten dat kiest voor een deeltijdopleiding of duale opleiding stijgt aanzienlijk. Ook zien we een forse stijging van het aantal zij-instromers in het beroep. Dat blijkt uit de ‘Arbeidsmarktanalyse primair onderwijs 2021. De arbeidsmarkt in beeld’, een publicatie van het Arbeidsmarktplatform PO. ‘De hoge instroom in het basisonderwijs is goed nieuws, maar is nog niet voldoende. Het lerarentekort loopt in de tussentijd snel op’, zegt Ton Groot Zwaaftink, voorzitter van het Arbeidsmarktplatform PO.
Het lerarentekort groeit omdat een grote groep leraren de sector verlaat door pensionering, terwijl het aantal leerlingen de komende jaren maar langzaam zal dalen. Het aantal leerlingen zal in sommige gemeenten juist toenemen. ‘Daarom is het ook belangrijk om deze aankomende jonge leraren zo lang mogelijk te behouden voor de sector. Dat lijkt steeds beter te lukken, onder andere door goede begeleiding en het feit dat ze vaker een vast contract of een tijdelijk contract met uitzicht op een vast contract hebben. Ruim 80 procent van de leraren die in 2018 afstudeerde, werkte een jaar later nog in het onderwijs’, aldus Groot Zwaaftink.
Leraren vertrekken uit G5
Het regionale karakter van de arbeidsmarkt zien we duidelijk terug wanneer we kijken naar de regionale tekorten. De grootste tekorten worden, in absolute zin, verwacht in de arbeidsmarktregio Noord-Holland. De komende jaren groeit het tekort in deze regio tot 2025 met 340 fte. Ook de mobiliteit van leraren kent een regionaal component: met name de relatief grote uitstroom van leraren uit de G5 (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Almere) naar andere gemeenten valt op. In 2015-2016 vertrokken 57 leraren meer uit de G5 dan er binnenkwamen. In 2018-2019 zijn dat er 333.
‘Het is goed dat het kabinet eindelijk extra investeert in het onderwijs, maar het is jammer dat het globaal en incidenteel gebeurt’, vindt Groot-Zwaaftink. ‘Er moet juist structureel worden geïnvesteerd in het onderwijs, zeker ook in de G5. Door de tekorten in de grote steden wordt de werkdruk voor de overgebleven leraren zo hoog dat een overstap aantrekkelijk is. Vaak doen ze dat dan naar een school dicht bij huis. Veel leraren in de grote steden wonen daar niet. Dat is te duur. Met een structurele salarisverhoging kunnen schoolbesturen hun leraren behouden en nieuwe leraren aantrekken.’
Over het onderzoek
Ieder jaar publiceert het Arbeidsmarktplatform PO de Arbeidsmarktanalyse primair onderwijs. Deze analyse bevat cijfers en trends over het werk in het primair onderwijs. Daarin komt ook de invloed van demografische, economische, politieke en technologische ontwikkelingen aan bod.