De cao vo is 1 januari jl. afgelopen en hoewel deze stilzwijgend is verlengd tot eind 2022, moet er volgens de FvOv nu snel duidelijkheid komen over een aantal voor werknemers belangrijke speerpunten in de arbeidsvoorwaarden: werkdruk en loon.
In het Onderwijsakkoord heeft het kabinet structureel 300 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het verlagen van de werkdruk in het VO. Voorwaarde daarvoor is wel dat er (voor 15 juli as) een cao afspraak ligt over de wijze van besteden van deze middelen. Anders worden deze middelen niet uitgekeerd.
De partijen (met de bonden FvOv, AOb en CNV aan werknemerszijde en de VO-raad aan werkgeverszijde) verschillen van inzicht over de wijze van besteden van dit geld. Jilles Veenstra, onderhandelaar namens de FvOv:
“De VO-raad wil de besteding van de werkdrukmiddelen volledig in de teams laten bepalen. Wij zien dat werkdruk niet alleen via teamafspraken verlaagd kan worden maar ook een individuele component heeft en vinden dat in ieder geval voor een gedeelte van die middelen ook zeggenschap moet komen te liggen bij de individuele werknemer. Als alles in een team bepaald wordt dan zal niet voor iedereen die werkdrukverlaging gevoeld kunnen worden. Daar komt nog bij dat teams in het voortgezet onderwijs niet gemakkelijk te bepalen zijn. Er moeten nu snel stappen gezet worden in de richting van een oplossing. De tijd dringt en een cao afspraak is noodzakelijk; daar komt bij dat werknemers recht hebben op duidelijkheid, ook over hun loon”.
Dat is het volgende belangrijke punt in de onderhandelingen: de loonsverhoging voor 2022. Met onder meer de oplopende inflatie willen werknemers weten waar ze aan toe zijn. Ook op dat gebied zijn partijen nog niet tot elkaar gekomen.
De gesprekken worden op korte termijn voortgezet en de FvOv zal samen met de andere bonden blijven inzetten op snelle maar vooral goede afspraken.