I.v.m. conceptkerndoelen NE/Rekenen&wiskunde en toekomstige herijking curriculum.
De wetenschappelijke Curriculumcommissie heeft haar vijfde tussenadvies opgeleverd. Op verzoek van de minister geeft de commissie een reflectie op de conceptkerndoelen Nederlands en Rekenen & wiskunde en daarnaast op de eigen werkwijze en de monitoring van het curriculum. Dit in aanvulling op haar laatste advies over een systeem van periodiek herijken en de inrichting van een permanent en onafhankelijk college.
In deel A van het advies beantwoordt de commissie vragen, als:
- Bevorderen de conceptkerndoelen kansengelijkheid?
- Helpen ze overladenheid te voorkomen?
- Dragen ze bij aan meer samenhang in het curriculum?
- Draagt het bij aan het versterken van de basisvaardigheden?
De commissie heeft geconcludeerd dat de nieuwe conceptkerndoelen Nederlands en Rekenen & wiskunde voldoen als structurerende leerplankaders. Wel acht de commissie het noodzakelijk dat er nog een aantal bijstellingen worden gedaan. Na vaststelling in het wettelijk kader zouden bijstellingen wat de commissie betreft deel moeten uitmaken van een vaste cyclus van werken met een onderhoudskalender. De commissie richt zich in haar advies op bijstellingen die op korte termijn kunnen worden uitgevoerd en op bijstellingen die op termijn kunnen plaatsvinden. Hierdoor kan worden aangesloten op het nog lopende ontwikkelproces bij de andere leergebieden.
In deel B adviseert de commissie over een systeem van periodieke herijking en constateert:
- Er is momenteel geen kalender met vaste momenten van onderhoud.
- Signalen uit onderwijs, wetenschap, samenleving en/of politiek worden niet in samenhang meegenomen in de aanloop naar de bijstelling van het curriculum.
- Veel organisaties zijn betrokken bij onderdelen van curriculumonderhoud, maar er zijn geen duidelijke afspraken tussen de organisaties en geen gezamenlijke kennisinfrastructuur.
- Leraren en schoolleiders dienen als onderwijsprofessionals een beter geborgde stem te hebben in het proces rond curriculumonderhoud.
- Er is weinig informatie over het uitgevoerde en gerealiseerde curriculum op scholen: wat leren de leerlingen?
Wat is nodig?
- Er is een goed lopend systeem van periodiek curriculumonderhoud nodig: een cyclische aanpak die zorgt voor regelmaat en voorspelbaarheid. In de beoogde aanpak krijgen leraren en schoolleiders ruimte en tijd om hun curriculumbekwaamheid verder te ontwikkelen. Zij laten hun stem horen in zowel de uitwerking als evaluatie van het landelijk curriculum. Dat curriculum wordt concreter en bevat meer houvast voor leraren en schoolleiders. Daarmee krijgen ze meer mogelijkheden onder eigen regie, goed en eigentijds onderwijs vorm te geven in het schoolcurriculum.
- Borg het systeem door het instellen van een permanent en onafhankelijk college dat alle stemmen weegt en de minister adviseert. Dat betreft jaarlijks operationele adviezen bij de onderhoudskalender en daarnaast periodiek over de opbouw van de gemeenschappelijke kennisbasis.
In december 2024 komt de commissie met haar eindadvies over onder meer de conceptkerndoelen burgerschap en digitale geletterdheid en de conceptexamenprogramma’s voor Nederlands, wiskunde havo/vwo, de moderne vreemde talen, maatschappijleer, Fries, de klassieke talen en het bètacurriculum.
Eerder adviseerde de Curriculumcommissie over:
- de voorstellen van Curriculum.nu
- de bijstelling kerndoelen voor het primair- en voortgezet onderwijs
- de bijstelling van de examenprogramma’s voortgezet onderwijs
- periodiek herijken en de inrichting van een permanent en onafhankelijk college.
Ook zijn twee verdiepende studies verschenen over samenhang in het curriculum en kansengelijkheid en het curriculum.
Een korte samenvatting van alle adviezen en studies vindt u op onze website.
Voor de alle tussenadviezen, studies en het werkprogramma van de wetenschappelijke Curriculumcommissie en een aantal informatieve podcasts: www.curriculumcommissie.nl